Sevilla (provincie)
Maar weinig toeristen wagen zich in de provincie Sevilla verder dan de bezienswaardigheden van de gelijknamige hoofdstad en de grote verkeersaders, die de regio verbinden met de omliggende provincies. En dat terwijl er meer dan genoeg te ontdekken is. Monumentaal erfgoed, cultuur, natuur en gastronomie ligt verborgen in en rond de dorpen en steden. Trek te voet door het prachtige met eiken begroeide landschap van de Sierra Morena, bewonder de imposante religieuze architectuur of proef verfijnde gastronomische lekkernijen, zoals gedroogde worst en anijslikeur.
Het grootste gedeelte van het landschap in de provincie wordt bepaald door de Río Guadalquivir, een van de belangrijkste rivieren van Spanje. De hoofdstad zelf ligt middenin het vruchtbare dal van de machtige rivier. De meeste nederzettingen liggen verspreid in de zacht glooiende riviervlakte La Campiña. Het landschap is als een lappendeken van graanvelden, weilanden en boomgaarden. Van oudsher is de regio in handen van een klein aantal landeigenaren. Nog altijd is het land verdeeld in grote agrarische landgoederen, hier en daar onderbroken door grotere nederzettingen en wat kleine dorpjes.
GESCHIEDENIS
De geschiedenis van Sevilla dateert uit het eerste millennium voor Christus, dat samenvalt met de vestiging van de Feniciërs en Tartessiërs. De Tartessiërs hebben Hispania (Sevilla) gesticht, daar waar de Guadalquivir niet meer bevaarbaar was. In 207 voor Chr. bouwden de Romeinen vervolgens Itálica naast Hispanica. De vestiging groeide uit tot het handelscentrum van het westelijke Romeinse Rijk en werd door Julius Caesar omgedoopt tot Hispalis. Langs de Guadalquivir ontsproten meerdere Romeinse nederzettingen, waarvan de oorspronkelijke fundamenten nog altijd te bewonderen zijn. In de vijfde eeuw worden de Romeinen verdreven door de barbaarse Visigoten en Vandalen uit het noorden.
De Moren zetten in 711 voet aan land en veroveren in 4 jaar tijd een groot gedeelte van het Iberische schiereiland. Andalusië in het zuiden wordt overlopen door Noord-Afrikanen. De Arabieren drukken tijdens hun heerschappij van 7 eeuwen een onuitwisbare stempel op de cultuur en architectuur van Sevilla. Sporen zijn terug te vinden in de vele monumenten en de structuur van de dorpen. Sevilla valt tot 1031 onder het Emiraat van Córdoba, een periode waarin een snelle islamisering optreedt en het aantal christenen (mozárabes) drastisch afneemt. De stad Sevilla bloeit op tot een welvarend cultureel en economisch centrum tijdens de heerschappij van de moslims. Door burgeroorlog valt het Emiraat uiteen in kleine koninkrijken (taifa’s). De stad Sevilla wordt hoofdstad van het koninkrijk Sevilla. In 1248 nemen de Spaanse christenen onder aanvoering van Ferdinand III Sevilla in en worden de Moren verdreven en raakt de regio tijdelijk in verval. De ontdekking van Amerika in 1492 brengt nieuwe voorspoed in de regio. Sevilla is het middelpunt voor de ontginning en exploitatie van de Nieuwe Wereld. De Guadalquivir is drukbevaren in deze welvarende periode. Goederen en edelmetalen worden vanuit hier verder doorgevoerd naar Europa. In de 18e eeuw treedt het economisch verval in, veroorzaakt door burgeroorlogen en revoluties. De provincie legt zich toe op landbouw en veeteelt en de winning van grondstoffen als koper, ijzererts en kolen. Pas in 1992 zet Sevilla zich weer op de wereldkaart als gastheer van de Expo 1992.
GEOGRAFIE
De provincie Sevilla is één van de acht provincies van Andalusië. Het is de grootste en dichtstbevolkte provincie van deze Autonome Regio met een oppervlakte van 14.042 km² en 1.942.000 inwoners (2013) die zijn verdeeld over 105 gemeenten. Sevilla wordt in het zuiden begrensd door Málaga en Cádiz, in het westen door Huelva, in het oosten door Córdoba en in het noorden door Badajoz. De centraal gelegen stad Sevilla is niet alleen de hoofdstad van de provincie, maar ook die van Andalusië en telt 700.000 inwoners (Sevillanos). De Río Guadalquivir, die in het oosten vanuit Córdoba binnenkomt, is de grootste en belangrijkste rivier van de provincie en dicteert grotendeels het landschap. De levensader van Sevilla doorkruist de regio naar het zuidwesten, waar het rivierwater in de Atlantische Oceaan stroomt.
Het landschap in Sevilla wordt in belangrijke mate bepaald door de Guadalquivir. De centrale glooiende riviervlakte La Campiña, bestaat voornamelijk uit vruchtbare landbouwgronden van enorme landerijen, met zonnebloemen, tarwevelden, olijfboomgaarden, sinaasappelbomen, suikerbieten, katoen en rijst. In de weilanden worden schapen gehouden. De bevaarbare benedenloop van de rivier (vanaf Sevilla) stroomt door een waterrijk gebied met weilanden, waar Spaanse vechtstieren worden gefokt. Deze vogelrijke vlakte gaat uiteindelijk over in het moerasland van Las Marismas en het Nationaal Park Coto Doñana. De landbouwbevolking langs de noordelijke rivierloop (Vega de Guadalquivir) is verdeeld over kleine dorpjes, waar kleinschalige akkerbouw wordt gepleegd. Het noorden van de provincie wordt begrensd door de beboste bergen van de Sierra Morena, een ideaal gebied om te wandelen en te fietsen. Hier vind je bergdorpjes met een Moors karakter, een vervallen kasteel op een heuveltop en een Mudejar kerk. De zuidelijke grens van de provincie Sevilla wordt gevormd door uitlopers van de Cordillera Betica.
KLIMAAT
In de provincie Sevilla heerst een mediterraan klimaat met een gemiddelde jaartemperatuur van 18,5˚C. De winters zijn mild en de zomers heet. De zomer begint vroeg en houdt lang aan. Temperaturen overstijgen met gemak de 40˚C. De omgeving van Écija is in de volksmond bekend als “de braadpan van Andalusië” (Sartén de Andalucía), vanwege de zinderende hitte.
NATUUR
De provincie Sevilla bezit 2 grote natuurparken. In de delta van de Guadalquivir in het zuiden ligt het Parque Nacional de Doñana. Voorheen was dit het jachtgebied van de hertogen van Medina Sidonia, maar tegenwoordig een door UNESCO als werelderfgoed uitgeroepen natuurreservaat van grote waarde. Het park dat in de provincies Sevilla en Huelva ligt, is een uniek gebied met een grote ecologische rijkdom. De melange van water en land maakt het gebied ongeschikt voor mensen, maar ideaal voor wild en vooral trekvogels. Het uitgestrekte park omvat drie ecosystemen: Las Marismas (moerassen en flamingokolonie), de bewegende duinen met hun stranden en de bossen. Slechts een klein gedeelte van Doñana is vrij toegankelijk voor mensen. Elk jaar tijdens Pinksteren trekt de kleurrijke bedevaartstoet met huifkarren door het park naar El Rocío om de lokale Maagd te aanbidden.
De Sierra Morena in het noorden van de provincie is de thuisbasis van het Nationaal Park Sierra Norte (Cazalla de la Sierra). Het park is zeer geliefd bij wandelaars, fietsers en fauna- en floraliefhebbers. Er ligt een veelheid aan wandel- en fietsroutes klaar om de geheimen van het park te ontdekken. Het ongerepte landschap bestaat voornamelijk uit weides begroeid met eiken, die met uitsterven bedreigde diersoorten beschermen. Langs de rivieren vind je spectaculaire bossen. De geografie is een kenmerkend voorbeeld van bergen die lange tijd aan erosie zijn blootgesteld. Een netwerk aan zijrivieren van de Guadalquivir voorzien het hele park van water. In het park leeft naast herten, zwijnen, dassen, bergkatten, otters en mangoesten ook een klein aantal lynxen. Ook zijn er zeldzame vogels te vinden als de zwarte ooievaar, keizersarend en de zwarte gier. Interessante plekken zijn de verlaten ijzermijnen van Cerro del Hierro met hun bizarre geologische formaties en de watervallen van de Río Huesna. In het park zijn prehistorische, Romeinse en Arabische overblijfselen te vinden.
Andere natuurlijke bezienswaardigheden in Sevilla zijn Encina de los Perros (steeneik in El Madroño), Chaparro de la Vega (steeneik in Coripe), Pénon de Zaframagón (natuurpark bij Coripe en Olvera) en de roodgekleurde Río Tinto.
CULTUUR
De provincie Sevilla heeft een mozaïek aan culturen, diep geworteld in het verleden. De dorpen en steden zijn een levende getuigenis van een historisch en cultureel verleden. De Romeinse, Arabische en Joodse overheersingen hebben hun sporen achtergelaten in archeologische vindplaatsen, monumenten de structuur en architectuur van de oude dops- en stadskernen. De rivier en de haven van Sevilla zijn een drukbezochte handelsbestemming en hebben Sevilla doen uitgroeien tot commercieel, cultureel en artistiek centrum van Europa.
Uiteraard zijn er de talloze fiëstas en ferias. De Semana Santa in Sevilla wordt zeer uitbundig gevierd met grootse processies in de week voor Pasen. Het feest trekt honderdduizenden balangstellenden. Na de jaarlijkse boetedoening stort de bevolking zich vervolgens in de Feria de Abril, de kermis van Sevilla.
Día de la Cruz (3 mei) is een nationaal volksfeest in Spanje en wordt in vrijwel alle dorpen en steden gevierd. Op straat worden met bloemen versierde kruizen geplaatst en binnenplaatsen, huizen, balkons en straten worden versierd.
Feesten, evenementen en tradities:
– Semana Santa (Sevilla: wo. voor Pasen t/m Paaszondag)
– Feria de Abril (Sevilla: eerste volle maan na de Semana Santa, 7 dagen)
– Cruces de Mayo (diverse steden en dorpen: 3 mei)
– Romería del Rocío (Sevilla/Huelva: donderdag t/m Pinksteren, 4 dagen)
CULINAIR
Wild, varkensvlees afkomstig van de varkens die worden gehouden op de bergweiden van de Sierra Morena, rijst uit de moerassen langs de Guadalquivir en de vis en schaaldieren van de Atlantische kust zijn de ingrediënten van de Sevillaanse keuken. De provincie Sevilla is de grootste producent van granen, rijst, diverse groenten, zonnebloemen, sinaasappelen, perziken, tafeldruiven en tafelolijven in Andalusië. Sevilla neemt ook de koppositie in als vleesproducent (rund-, schapen-, geiten- en kippenvlees). De keuken en voedselproducten van Sevilla komen het best tot uitdrukking in de gevarieerde en uitgebreide tapascultuur, die wordt omarmd door de lakale bevolking. De smakelijke kleine hapjes vind je in alle steden en dorpen. Vooral de stad Sevilla is vermaard om de vele tapas bars, tavernas en tascas.