Provincie: Málaga
Streek: Serranía de Ronda
Ligging: binnenland, bergen/dal
Provincie: Málaga
Streek: Serranía de Ronda
Ligging: binnenland, bergen/dal
Ronda is een schoonheid, een stad die bij je binnenkomt, een liefde op het eerste gezicht. Het meest geroemd om de dramatische ligging op de ruim 100 meter hoge klif en de adembenemende uitzichten over de Serranía de Ronda. De kloof El Tajo, uitgesleten door de rivier de Guadelevín, splijt Ronda in tweeën en wordt op het hoogste punt overspannen door de Puente Nuevo. De nieuwe brug uit 1751 is niet alleen uitgegroeid tot de grootste bezienswaardigheid maar ook tot het embleem van de stad en is een van de meest gefotografeerde bouwwerken van Spanje. Samen met de Puente Romano en de Puente Árabe verbindt het unieke meesterwerk met de drie bogen het oude Ronda met het nieuwe gedeelte.
La Ciudad aan de zuidoever van de rivier is de Arabische Medina waar klinkerstraatjes en pleintjes met fonteinen leiden naar stadspaleizen, patriciërs huizen, kerken, kloosters, musea, de lager gelegen twee bruggen en de Baños Árabes (badhuizen). Historisch gezien is dit het meest interessante gedeelte van Ronda. De oude Moorse stadsmuren met fraaie stadspoorten staan nog gedeeltelijk overeind. De vesting is het beste te zien vanaf de Calle Molino de Alarcón die onder de Ciudad doorloopt. Aan de andere oever van de Guadelevín ligt de wijk El Mercadillo met het Plaza de Toros, de Alameda del Tajo, de Plaza del Socorro en de winkelstraten.
Ernest Hemingway en Orson Welles zijn beide gevallen voor de schoonheid van Ronda, hebben er jaren gewoond en lovend over geschreven. Niet in de laatste plaats werden zij aangetrokken door het stierenvechten. Ronda wordt gezien als de bakermat van het moderne stierenvechten. In de 18e eeuw maakte de Rondeño matador Pedro Romero zich los van de school van Jerez die voorschreef te paard te strijden, door de stier te voet te bevechten. Voor zowel liefhebbers als tegenstanders is Ronda onlosmakelijk verbonden met stierenvechten. Tegenwoordig is er nog maar één corrida per jaar tijdens de drukbezochte Fiesta de Pedro Romero en Feria Goyesca in de eerste week van september. De prominent aanwezige Plaza de Toros van Ronda is de oudste arena van Spanje en buiten de feestweek in gebruik als museum, dat overigens zeer de moeite waard is.
Op de klippen achter de arena ligt het uitkijkpunt Belvedere. Het golvende landschap dat zich onderaan de voet van de loodrechte rotswand ontvouwt, loopt door tot de bergen van de Serranía de Ronda aan de horizon in een adembenemend panorama. De Pasaje de Ernest Hemingway en de Paseo de los Ingleses is een wandelpad dat langs de rand van de Tajo voert met prachtige vergezichten. Het schaduwrijke park Alameda de Tajo is een oase van rust en staat in contrast met de drukte rond de Puente Nuevo.
Aanzienlijk rustiger is het in de oude stad. Wanneer je afslaat naar de smalle straatjes verlaat je de drukte en kun je genieten van de geheimen die deze wijk verborgen houdt. Over de Puente Nuevo naar links loopt de Calle Santo Domingo omlaag naar de Arco de Felipe V bij de Puente Romano. Halverwege, bij de fontein, ligt links van de straat het Casa del Rey Moro, dat in 1700 is gebouwd op Moorse funderingen. Het huis is onbewoond, maar de prachtige tuinen met waterwerken zijn te bezoeken en bieden uitzicht op de Tajo kloof en de bruggen. Hier vind je ook de toegang tot de Mina, de “watermijn”. In de 14e eeuw hebben christen slaven de geheime 365 treden tellende steile trap uitgehakt naar de bron van de rivier onderin de kloof, zodat de Moren de stad van water konden voorzien. Verder naar beneden, langs het Palacio del Marques de Salvatierra met de mooie bewerkte gevel, kom je uit bij de Puente Árabe en de Baños Árabes en heb je zicht op de oude stadsmuren. Vanaf hier loopt er een voetpad over de klif langs de oude stadsmuren om de stad heen.
Over de Puente Nuevo naar rechts loopt de Calle Tenorio. Dit straatje voert naar het adellijke Casa de Juan Bosco en vervolgens de Plaza de María Auxiliadora. Aan het einde van het plein daalt een steil voetpad af langs de Arco Árabe en de Arco del Cristo, om onderaan de brug uit te komen. Meer dan de moeite waard, maar eenmaal beneden is er maar één weg terug: naar boven! Even verderop in de steeg ligt het Palacio de Mondragón, een historische schat met watertuinen, binnenplaatsen en schitterende architectonische details. In dit Moorse paleis, dat enige tijd residentie was van het Koningspaar Ferdinand en Isabella, is het Museum van Ronda en de Serranía gevestigd. De steeg loopt door naar het groene Plaza Duquesa Parcent waarom heen een klooster, twee kerken en het bogen versierde et gemeentehuis liggen.
Ronda heeft een bewogen geschiedenis. Twaalf kilometer noordelijk ligt Acinipo (Ronda la Vieja), eens een lange van de belangrijkste steden van de Romeinse provincie Baetica, met Romeinse opgravingen waaronder een amfitheater. Na een terugval onder de Visigoten, bloeide Ronda onder Moorse heerschappij weer op en werd het een strategische vesting van grote betekenis voor Andalusië. In 1485 herovert het Katholieke Koningspaar de stad na een lange strijd met hevige tegenstand. De Moslims hebben zich nooit overgegeven en zijn de bergen in gevlucht. Jarenlang zijn de woeste bergen een toevluchtsoord geweest voor rebellen, bandieten en struikrovers.
GPS-COÖRDINATEN
36.74113 / -5.16609
AFSTANDEN
ALGEMEEN:
– Málaga: 102 km / 1 uur 37 min.
– Sevilla: 127 km / 1 uur 59 min.
– Córdoba: 198 km / 2 uur 37 min.
– Granada: 179 km / 2 uur 26 min.
– Marbella: 60 km / 1 uur
– Tarifa: 136 km / 2 uur
LUCHTHAVEN:
– Málaga: 109 km / 1 uur 29 min.
– Sevilla: 133 km / 1 uur 58 min.