Sevilla (provincie)
Maar weinig toeristen wagen zich in de provincie Sevilla verder dan de bezienswaardigheden van de gelijknamige hoofdstad en de grote verkeersaders, die de regio verbinden met de omliggende provincies. En dat terwijl er meer dan genoeg te ontdekken is. Monumentaal erfgoed, cultuur, natuur en gastronomie ligt verborgen in en rond de dorpen en steden. Trek te voet door het prachtige met eiken begroeide landschap van de Sierra Morena, bewonder de imposante religieuze architectuur of proef verfijnde gastronomische lekkernijen, zoals gedroogde worst en anijslikeur.
Het grootste gedeelte van het landschap in de provincie wordt bepaald door de Río Guadalquivir, een van de belangrijkste rivieren van Spanje. De hoofdstad zelf ligt middenin het vruchtbare dal van de machtige rivier. De meeste nederzettingen liggen verspreid in de zacht glooiende riviervlakte La Campiña. Het landschap is als een lappendeken van graanvelden, weilanden en boomgaarden. Van oudsher is de regio in handen van een klein aantal landeigenaren. Nog altijd is het land verdeeld in grote agrarische landgoederen, hier en daar onderbroken door grotere nederzettingen en wat kleine dorpjes.
NATUUR
De provincie Sevilla bezit 2 grote natuurparken. In de delta van de Guadalquivir in het zuiden ligt het Parque Nacional de Doñana. Voorheen was dit het jachtgebied van de hertogen van Medina Sidonia, maar tegenwoordig een door UNESCO als werelderfgoed uitgeroepen natuurreservaat van grote waarde. Het park dat in de provincies Sevilla en Huelva ligt, is een uniek gebied met een grote ecologische rijkdom. De melange van water en land maakt het gebied ongeschikt voor mensen, maar ideaal voor wild en vooral trekvogels. Het uitgestrekte park omvat drie ecosystemen: Las Marismas (moerassen en flamingokolonie), de bewegende duinen met hun stranden en de bossen. Slechts een klein gedeelte van Doñana is vrij toegankelijk voor mensen. Elk jaar tijdens Pinksteren trekt de kleurrijke bedevaartstoet met huifkarren door het park naar El Rocío om de lokale Maagd te aanbidden.
De Sierra Morena in het noorden van de provincie is de thuisbasis van het Nationaal Park Sierra Norte (Cazalla de la Sierra). Het park is zeer geliefd bij wandelaars, fietsers en fauna- en floraliefhebbers. Er ligt een veelheid aan wandel- en fietsroutes klaar om de geheimen van het park te ontdekken. Het ongerepte landschap bestaat voornamelijk uit weides begroeid met eiken, die met uitsterven bedreigde diersoorten beschermen. Langs de rivieren vind je spectaculaire bossen. De geografie is een kenmerkend voorbeeld van bergen die lange tijd aan erosie zijn blootgesteld. Een netwerk aan zijrivieren van de Guadalquivir voorzien het hele park van water. In het park leeft naast herten, zwijnen, dassen, bergkatten, otters en mangoesten ook een klein aantal lynxen. Ook zijn er zeldzame vogels te vinden als de zwarte ooievaar, keizersarend en de zwarte gier. Interessante plekken zijn de verlaten ijzermijnen van Cerro del Hierro met hun bizarre geologische formaties en de watervallen van de Río Huesna. In het park zijn prehistorische, Romeinse en Arabische overblijfselen te vinden.
Andere natuurlijke bezienswaardigheden in Sevilla zijn Encina de los Perros (steeneik in El Madroño), Chaparro de la Vega (steeneik in Coripe), Pénon de Zaframagón (natuurpark bij Coripe en Olvera) en de roodgekleurde Río Tinto.